-
1 complet
complet1 [kõple]〈m.〉————————complet2 [kõple],complète [kõplet]1 volledig ⇒ voltallig, compleet, totaal4 〈alleen bijvoeglijk naamwoord; van vervoermiddelen, zalen, hotels enz.〉 vol ⇒ uitverkocht, volgeboekt♦voorbeelden:1 petit déjeuner, thé, café complet • ontbijt, thee, koffie met brood, boter, jamposte à temps complet • volledige betrekkingcomplètement fou • stapelgekc'est complet! • dat ontbrak er nog aan!lire un ouvrage complètement • een werk van het begin tot het eind lezentraiter un sujet complètement • een onderwerp uitputtend behandelenau (grand) complet • (geheel) voltalligpour être complet • volledigheidshalve→ pain4 afficher ‘complet’ • volgeboekt, volledig bezet zijn1. mkostuum, pak2. complet/-èteadj1) volledig, compleet2) volmaakt, veelzijdig3) volslagen4) uitverkocht5) voltooid, af6) verstreken [tijd] -
2 dix années complètes
dix années complètes
См. также в других словарях:
Frau — 1. Alle Frauen sind Eva s Tochter. Dän.: Alle mandfolk ere Adams sönner og quindfolk Evæ døttre. (Prov. dan., 6.) 2. Alle Frauen sind gut. Die Engländer fügen boshaft hinzu: zu etwas oder nichts. (Reinsberg I, 59.) 3. Alte Frau – Liebe lau. In… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon